Helende gedachten

In de Wetenschapsbijlage van NRC Handelsblad (15-1-2011) wordt aandacht gevraagd voor het interessante gegeven dat patiënten met chronische pijn- en vermoeidheidsklachten baat hebben bij cognitieve gedragstherapie.
Het gaat dan vaak om aandoeningen waarvoor geen duidelijke lichamelijke oorzaak gevonden wordt zoals chronische vermoeidheid, fibromyalgie, prikkelbare-darmsyndroom of RSI.

In gemiddeld 12 tot 14 sessies leren mensen op een andere manier over hun klachten na te denken en ze meer te accepteren. Ook krijgen ze ontspanningsoefeningen en leren ze een goed slaapwaakritme aan te nemen en genoeg te bewegen.

Hoe het precies kan dat cognitieve gedragstherapie bij deze mensen een lichamelijk effect heeft, is niet duidelijk. Het is bekend dat de activiteit van specifieke delen van de hersenschors vóór cognitieve gedragstherapie duidelijk anders is dan erna. Wellicht verlaagt de therapie de hoeveelheid stresshormoon cortisol en brengt het bloeddruk en hartslag omlaag. Die fysiologische effecten verminderen misschien de chronische klachten.
Ook de mindfulnesstherapie wordt genoemd. Mensen leren hierbij hun gedachten niet als vaststaand gegeven te zien, maar ze vanaf een afstandje te observeren zonder er een oordeel over te hebben. En om negatieve gedachten los te laten. Of te accepteren. Ze “zijn” niet meer hun klachten, maar “hebben” klachten.

Interessant in verband met het bovenstaande is ook het interview met neuroloog Jan van Gijn (Volkskrant 19-2-2011). “Voelen doe je met je hersenen en als de bedrading tussen miljarden zenuwcellen in het hoofd verkeerd is afgesteld, kunnen geldzorgen of een mislukt huwelijk tot rugklachten of buikpijn leiden.” Een derde van de patiënten die hij gedurende tientallen jaren behandelde had lichamelijke klachten door psychisch leed.

Van Gijn noemt dit “pijn zonder beschadiging”. Naast het directe traject voor pijnverwerking, die maakt dat je een hand van een hete pan trekt, is er een tweede route die via een omweg verloopt. Die komt langs schakelstations in het hoofd die óók in verbinding staan met hersengebieden die emoties reguleren. “Ik zeg altijd dat deze patiënten een te scherp afgesteld alarmsysteem hebben. Dat klinkt een stuk sympathieker”.